DUTCH Home / Quizzes / DUTCH DUTCH Lis 23, 2017 iken No comments yet NIDERLANDZKI Proszę wybrać jedną poprawną odpowiedź do każdego zdania. Jeśli nie znasz odpowiedzi, opuść pytanie. Poziom trudność wzrasta dlatego możesz w dowolnym momencie przerwać rozwiązywanie testu i wysłać niepełny test. Imię i NazwiskoFirma*/pole obowiązkowe/ Wyrażam zgodę na przetwarzanie moich danych osobowych w związku z realizacją zgłoszenia, zgodnie z rozporządzeniem o ochronie danych osobowych. Podanie danych jest dobrowolne, ale niezbędne do przetworzenia zapytania. Jednocześnie zgodnie z art. 13 ust. 1 i ust. 2 ogólnego rozporządzenia o ochronie danych osobowych z dnia 27 kwietnia 2016 r. informujemy że: 1) administratorem Pani/Pana danych osobowych jest Everest Krzysztof Nowiński z siedzibą w Kraków przy ul. Widłakowa 67 B, zwany dalej Administratorem; 2) Pani/Pana dane osobowe przetwarzane będą w celu realizacji zgłoszenia i nie będą udostępniane innym odbiorcom . 3) podstawą przetwarzania Pani/Pana danych osobowych jest ogólne rozporządzenie o ochronie danych osobowych z dnia 27 kwietnia 2016 r art. 6 ust 1 pkt a 4) posiada Pani/Pan prawo do dostępu do treści danych oraz ich sprostowania, usunięcia lub ograniczenia przetwarzania, a także prawo sprzeciwu, zażądania zaprzestania przetwarzania i przenoszenia danych, jak również prawo do cofnięcia zgody w dowolnym momencie oraz prawo do wniesienia skargi do organu nadzorczego tj.: Prezes Urzędu Ochrony Danych Osobowych. 5) Pani/Pana dane osobowe nie podlegają zautomatyzowanemu podejmowaniu decyzji, w tym profilowaniu; 6) administrator danych nie ma zamiaru przekazywać danych osobowych do państwa trzeciego lub organizacji międzynarodowej. 7) Pani/Pana dane osobowe będą przechowywane przez okres 12 miesięcy. Dowiedz się więcej na Polityka Prywatności1) De welverdiende beloning beston_ uit een envelop met inhoud.ddtt2) Zijn moeder weet altijd precies te vertellen, wat er gebeur_.ddtt3) De door hem versprei_e geruchten werden door niemand serieus genomen.dddt4) Het al eerder verwach_ bericht werd pas vanmorgen bekendgemaakt. tetteten5) Wij vieren dit jaar mijn verjaardag, ___________ ik daar eigenlijk geen tijd voor heb.hoewelterwijlomdat6) De meerderheid van de leden __________ voor dit voorstel.stemtstemmenstem7) Die politicus deed een aantal markante uitspraken.opvallendeonopvallendeagressieve8) Wat ________ mooie jurk!deheteen9) Een kleine jongen is een ___________, jongpjejongejongetje10) Jan? Ik heb ________ gebeld.hijhemhen11) Op _______ moment ging de telefoon.diedatdeze12) Mijn opa geeft me _______ horloge.diedatdeze13) Zij studeert _______ de universiteit.aaninop14) Heb je trek _______ en glas wijn? vaninaan15) Eerst moet u rechtdoor en dan de brug ________.aanovertoe16) Dat is de jongen, ___________ heb ik gisteren gesproken.waarmeemet wiedie17) Bedien je gerust ________ deze lekker hapjes.vanmetop18) _______ zijn woorden kon ik afleiden dat het erstig is. opvanuit19) Iedereen is verantwoordelijk _______ zijn eigen daden. vooropmet20) Verlang je ook _______ je vaderland?metopnaar21) Wat scheelt er¬_________? aanopmee22) Het ruikt hier ________ benzine.metaannaar23) Hij gaat gebukt _________ zorgen.metonderaan24) Ben jij er_________ de hoogte dat we morgen een wiskunderepetitie hebben?aanopmet25) Onderstaand bericht betreft een _______ van het ministerie. publicatiepublickatiepublikatie26) Zij is _______ lid van de zwemvereniging.eende---27) _______ leraar is een man die les geeft.eende---28) Bij ________ van deze medicijn kunt u niet autorijden. een het ---29) Hij is doctor in de Nederlandse ___________.letterlettersletteren30) Alle _________ wijzen erop dat er in de situatie verbetering komt.tekentekensteken31) Ze moesten altijd hun _________ kousen dragen.nylonnylonenyloon32) Ik help hem zijn kamer ____________.opruimenop te ruimente opruimen33) Ik zal zien het boek ____________.krijgenkreegte krijgen34) Ik ________ naar het park gewandeld.hadhebben35) Ze ___________ voor het examen geslaagd.haddenhebbenzijn36) Ik ________ zijn voorbeeld gevolgd.washebben37) Het glas is ______________.omgevalomvallenomgevallen38) 38. Hij heeft het begrip ______________.omschrevenomgeschrevenomschrijven39) Jan en Leni hebben een huisje, maar _________ is erg klein.diedatdeze40) Zie je die druiven? _______ zijn niet duur!diedatdeze41) Men dient zich op tijd aan te melden. _______ is u reeds eerder medegedeeld. ditdatdeze42) _________ vind ik aardig, maar haar niet.zijnhunhem43) Ik ga volgende week met vakantie, ________ ik erg leuk vind.datwelkwat44) U dient een grammatica aan te schaffen, zonder _______ u de taal niet kunt leren.welkwelkedie45) Het meisje gaat _________ met haar vrienden.buitenwegop stap46) Heb je de trompet gehoord? Ja, ik heb _________ gehoord.zijnhemhaar47) Hij heeft er vaak ________ getwijfeld of zijn beslissing goed was.aanoverom48) Ook al ben ik moe, ___________________________. ga ik toch door met mijn werkIk ga toch door met mijn werktoch ga ik door met mijn werk49) Ik kwam te laat __________ de trein vertraging had.doordatdaardoordaarom50) We gaan eten; ___________ dek ik de tafel.nadatdaardoordaarvoor About the author: iken Related Posts POLSKIROSYJSKI
DUTCH Lis 23, 2017 iken No comments yet NIDERLANDZKI Proszę wybrać jedną poprawną odpowiedź do każdego zdania. Jeśli nie znasz odpowiedzi, opuść pytanie. Poziom trudność wzrasta dlatego możesz w dowolnym momencie przerwać rozwiązywanie testu i wysłać niepełny test. Imię i NazwiskoFirma*/pole obowiązkowe/ Wyrażam zgodę na przetwarzanie moich danych osobowych w związku z realizacją zgłoszenia, zgodnie z rozporządzeniem o ochronie danych osobowych. Podanie danych jest dobrowolne, ale niezbędne do przetworzenia zapytania. Jednocześnie zgodnie z art. 13 ust. 1 i ust. 2 ogólnego rozporządzenia o ochronie danych osobowych z dnia 27 kwietnia 2016 r. informujemy że: 1) administratorem Pani/Pana danych osobowych jest Everest Krzysztof Nowiński z siedzibą w Kraków przy ul. Widłakowa 67 B, zwany dalej Administratorem; 2) Pani/Pana dane osobowe przetwarzane będą w celu realizacji zgłoszenia i nie będą udostępniane innym odbiorcom . 3) podstawą przetwarzania Pani/Pana danych osobowych jest ogólne rozporządzenie o ochronie danych osobowych z dnia 27 kwietnia 2016 r art. 6 ust 1 pkt a 4) posiada Pani/Pan prawo do dostępu do treści danych oraz ich sprostowania, usunięcia lub ograniczenia przetwarzania, a także prawo sprzeciwu, zażądania zaprzestania przetwarzania i przenoszenia danych, jak również prawo do cofnięcia zgody w dowolnym momencie oraz prawo do wniesienia skargi do organu nadzorczego tj.: Prezes Urzędu Ochrony Danych Osobowych. 5) Pani/Pana dane osobowe nie podlegają zautomatyzowanemu podejmowaniu decyzji, w tym profilowaniu; 6) administrator danych nie ma zamiaru przekazywać danych osobowych do państwa trzeciego lub organizacji międzynarodowej. 7) Pani/Pana dane osobowe będą przechowywane przez okres 12 miesięcy. Dowiedz się więcej na Polityka Prywatności1) De welverdiende beloning beston_ uit een envelop met inhoud.ddtt2) Zijn moeder weet altijd precies te vertellen, wat er gebeur_.ddtt3) De door hem versprei_e geruchten werden door niemand serieus genomen.dddt4) Het al eerder verwach_ bericht werd pas vanmorgen bekendgemaakt. tetteten5) Wij vieren dit jaar mijn verjaardag, ___________ ik daar eigenlijk geen tijd voor heb.hoewelterwijlomdat6) De meerderheid van de leden __________ voor dit voorstel.stemtstemmenstem7) Die politicus deed een aantal markante uitspraken.opvallendeonopvallendeagressieve8) Wat ________ mooie jurk!deheteen9) Een kleine jongen is een ___________, jongpjejongejongetje10) Jan? Ik heb ________ gebeld.hijhemhen11) Op _______ moment ging de telefoon.diedatdeze12) Mijn opa geeft me _______ horloge.diedatdeze13) Zij studeert _______ de universiteit.aaninop14) Heb je trek _______ en glas wijn? vaninaan15) Eerst moet u rechtdoor en dan de brug ________.aanovertoe16) Dat is de jongen, ___________ heb ik gisteren gesproken.waarmeemet wiedie17) Bedien je gerust ________ deze lekker hapjes.vanmetop18) _______ zijn woorden kon ik afleiden dat het erstig is. opvanuit19) Iedereen is verantwoordelijk _______ zijn eigen daden. vooropmet20) Verlang je ook _______ je vaderland?metopnaar21) Wat scheelt er¬_________? aanopmee22) Het ruikt hier ________ benzine.metaannaar23) Hij gaat gebukt _________ zorgen.metonderaan24) Ben jij er_________ de hoogte dat we morgen een wiskunderepetitie hebben?aanopmet25) Onderstaand bericht betreft een _______ van het ministerie. publicatiepublickatiepublikatie26) Zij is _______ lid van de zwemvereniging.eende---27) _______ leraar is een man die les geeft.eende---28) Bij ________ van deze medicijn kunt u niet autorijden. een het ---29) Hij is doctor in de Nederlandse ___________.letterlettersletteren30) Alle _________ wijzen erop dat er in de situatie verbetering komt.tekentekensteken31) Ze moesten altijd hun _________ kousen dragen.nylonnylonenyloon32) Ik help hem zijn kamer ____________.opruimenop te ruimente opruimen33) Ik zal zien het boek ____________.krijgenkreegte krijgen34) Ik ________ naar het park gewandeld.hadhebben35) Ze ___________ voor het examen geslaagd.haddenhebbenzijn36) Ik ________ zijn voorbeeld gevolgd.washebben37) Het glas is ______________.omgevalomvallenomgevallen38) 38. Hij heeft het begrip ______________.omschrevenomgeschrevenomschrijven39) Jan en Leni hebben een huisje, maar _________ is erg klein.diedatdeze40) Zie je die druiven? _______ zijn niet duur!diedatdeze41) Men dient zich op tijd aan te melden. _______ is u reeds eerder medegedeeld. ditdatdeze42) _________ vind ik aardig, maar haar niet.zijnhunhem43) Ik ga volgende week met vakantie, ________ ik erg leuk vind.datwelkwat44) U dient een grammatica aan te schaffen, zonder _______ u de taal niet kunt leren.welkwelkedie45) Het meisje gaat _________ met haar vrienden.buitenwegop stap46) Heb je de trompet gehoord? Ja, ik heb _________ gehoord.zijnhemhaar47) Hij heeft er vaak ________ getwijfeld of zijn beslissing goed was.aanoverom48) Ook al ben ik moe, ___________________________. ga ik toch door met mijn werkIk ga toch door met mijn werktoch ga ik door met mijn werk49) Ik kwam te laat __________ de trein vertraging had.doordatdaardoordaarom50) We gaan eten; ___________ dek ik de tafel.nadatdaardoordaarvoor